Door: T. van Leeuwen, onderhandelaar GOV|MHB
Datum: vrijdag 3 december 2021
Gister aan het eind van de middag zat ik teleurgesteld in de trein naar huis. Een gevoel van onvrede en het idee tekort te hebben geschoten maakte zich van mij meester. De afdronk van het overleg tussen de Minister van Defensie, de andere centrales en ons was voor mij er een van verdriet en moedeloosheid. Hoe kan het toch dat we weer in zo’n confrontatie zijn beland? Was dit nu echt nodig?
Inmiddels heb ik het bijna een etmaal kunnen overdenken en heb ik mijn eigen primaire reactie een plaats kunnen geven. Daarbij heb ik de communicatie van de werkgever en onze zustercentrales tot me kunnen nemen en de eerste emoties kunnen proeven bij enkele leden en bij mijn collega’s van de GOV|MHB. Dit leek me dan ook een geschikt moment om me als uw onderhandelaar tot u te richten, met mijn beschouwing van deze situatie. Hoe is het SOD naar mijn mening gelopen en hoe moeten we vanaf hier verder?
Ik voel de nadrukkelijke behoefte om mijn beeld met u te delen en verantwoording aan u af te leggen. Simpelweg omdat ik denk dat u als lid van de GOV|MHB of een van haar onder-verenigingen hier recht op heeft. Maar ook om u de kans te geven om welingelicht uw eigen beeld te vormen.
Zoals ik al zei, had ik na het sectoroverleg defensie (SOD) het gevoel dat dit in essentie heeft geleid tot een ouderwetse confrontatie. Een confrontatie tussen Henk Kamp, onze Minister, en de vertegenwoordigers van de vier vakcentrales van Defensie. Feitelijk een confrontatie tussen u en de werkgever dus. Op voorhand had ik deze confrontatie oprecht niet verwacht, laat staan gehoopt. Bij het vorige SOD waren we namelijk met goed fatsoen uit elkaar gegaan naar mijn mening. Uit elkaar met het idee dat we allen (werkgever én bonden) wisten dat de uitkomst geen vetpot was, maar dat we toch de mening van het personeel gingen vragen, omdat de werkgever nu niet meer kon bieden. Een vorm van open en reëel overleg en transparantie naar het personeel, als je het mij vraagt. Toen ik daarna de videoboodschap zag van onze CDS, Generaal Onno Eichelsheim, las ik daarin een eerlijke en oprechte boodschap: jullie verdienen meer, maar dit is het voor nu. En ook de voorlichting van Wim Hoogendoorn, de nieuwe Hoofddirecteur Personeel (HDP), was in mijn ogen open en eerlijk. Dit alles gaf me écht het gevoel: we zijn een nieuwe weg ingeslagen. Een nieuwe weg waarin we open en eerlijk zijn, naar elkaar en naar het personeel, en waarin we respectvol samenwerken in het belang van dit personeel. Dit stemde me oprecht hoopvol.
Als ik dan nu kijk naar hoe het SOD is verlopen, en welke communicatie er daarna door Defensie naar u is verstuurd, dan geeft me dit echter weer een gevoel van moedeloosheid. Is dit nu echt nodig? Kunnen we hier niet met zijn allen boven staan? Maar bovenal: Wiens belang dienen we hiermee?
De Minister heeft in het SOD de oproep aan de centrales gedaan om weer te gaan onderhandelen over een arbeidsvoorwaardenakkoord, maar dan over een periode van drie jaar. Prima, hoor ik u zeggen, en zo denk ik er initieel ook over. Maar dan wel met een duidelijk mandaat en een duidelijke inzet vanuit de werkgever. Zonder perspectief is het enkel praten om te praten, hetgeen alleen maar verlies is van waardevolle tijd. Een situatie die frustratie bij de partijen aan tafel, maar ook bij u zal opleveren. Zodra de Minister dit perspectief kan bieden, kom ik weer aan tafel. Geen probleem.
Daarnaast heeft de Minister ons opgeroepen om het volledige overleg weer te gaan voeren. Hij wil graag dat wij ophouden met druk zetten door bepaalde overleggen niet te voeren. Zijn redenering is dat dit een onnodige schade oplevert voor de organisatie en uw gemoedsrust of gevoel van gelatenheid niet ten goede komt. Ook hier heb ik beeld bij. Stilleggen van het overleg is niet mijn hobby en moet in mijn ogen echt een laatste redmiddel zijn. In dit kader is er echter een verband met het spel van macht en tegenmacht, checks and balances, tussen het personeel (voor hen de bonden) en de werkgever (de Minister). Ook is er in mijn ogen een directe relatie met de bijzondere positie van de militair, door oud-militair Nick Zwaneveld heel pakkend verwoord in zijn LinkedIn-post[1] over het falen van het arbeidsvoorwaardenoverleg bij Defensie.
De Minister verwijt ons dat de afgelopen zes jaar er drie geweest zijn waarin het overleg (deels) heeft stilgelegen. En hij zoekt de oplossing erin dat wij onze positie loslaten en maar weer gewoon aan tafel komen. Ik begrijp hem heel goed dat het inzetten van dit middel schadelijk is voor het personeel, maar wat moeten we dan? Hoe zet het personeel dan druk op de werkgever en geven ze aan dat zij meer verwachten bij de inmiddels sleetse slogan “Personeel op 1”?
Mijn reactie op de Minister was in ieder geval dat ik met liefde weer met hem in gesprek ga en dat ik met liefde dit ‘machtsmiddel’ weer direct achter slot en grendel zet. Maar dat ik daarbij ook iets van hem verwacht. Ik verwacht daar namelijk voor terug dat hij zijn machtspositie als werkgever én Minister van Defensie gebruikt om het personeel van Defensie een faire beloning te geven. Om hen waardering te geven en hen écht op 1 te zetten. Vult hij zijn deel van het psychologisch contract tussen werkgever en werknemer in, dan zullen wij dit met volle overtuiging ook doen.
Dan nog mijn beschouwing op de communicatie van Defensie naar aanleiding van het SOD. Hierbij zakte de moed me helemaal in de schoenen. Kan de werkgever dan nooit loskomen van het ouderwetse moddergooien? Kunnen zij niet voor één keer proberen gezamenlijkheid uit te stralen, zoals uw voorzitter, Rob Pulles, de Minister in het SOD heeft voorgesteld?
Een greep uit het bericht van Defensie aan alle medewerkers:
Uit het bovenstaande constateer ik dat Defensie een frame probeert neer te zetten dat in mijn ogen ver van de waarheid ligt. Een frame waarvan ze diep van binnen ook wel weten dat het niet klopt. Waarom doen zij dit? En in wiens belang is dat? Waarom niet gekozen voor een statement wat getuigt van zelfreflectie en dat laat zien dat je inziet dat het personeel meer verwacht en dat je het dus beter moet doen?
In mijn ogen voedt dit enkel het wantrouwen en helpt het niemand. De bonden niet, Defensie zelf niet, en het personeel al helemaal niet. U kunt van ons dan ook verwachten dat wij niet hetzelfde zullen gaan doen. Ook als men ons met modder probeert te besmeuren vegen wij dit af en gaan we gestaag en vastberaden verder. Daarbij blijven wij gaan voor gezamenlijkheid en het tonen van respect naar de ander. Alleen zo komen wij verder. Alleen zo zorgen wij dat het personeel van Defensie krijgt wat het verdient.
Wij van de GOV|MHB staan voor open en reëel overleg met respect voor ieders positie. Wij willen het overleg voeren op inhoud en op constructieve wijze, zonder het huidige gebruik van powerplay. Overleg waarbij de ‘spelregels’ dienen als richtlijn en hulpmiddel in plaats van als doel op zich. Overleg waarbij de oude dogma’s worden achtergelaten en waarbij wantrouwen plaats maakt voor vertrouwen. Alleen ga je sneller, maar in gezamenlijkheid kom je verder. Zoals nu (b)lijkt is de organisatie daar nog niet klaar voor…
Majoor Thijs van Leeuwen Msc
Uw onderhandelaar
[1] https://www.linkedin.com/pulse/waarom-de-defensie-cao-onderhandelingen-falen-nick-zwaneveld-msc/?trackingId=g63Wd4HTRgaoD%2BhWpAMmtw%3D%3D