Algemeen

Sinds 11 september 2001 is de veiligheidssituatie in de wereld drastisch gewijzigd. Naast de klassieke rampen en ongevallen krijgt de samenleving nu ook te maken met het breed vertakte (catastrofale) terrorisme. Europa en Nederland kunnen ook doelwit zijn van deze terreurdaden. De praktijk heeft dat inmiddels aangetoond. Daarnaast dienen zich ook nieuwe typen crises in de volks- en diergezondheid aan. Langdurige, zich snel verspreidende en overdraagbare infectieziekten die zeer moeilijk zijn in te dammen en te bestrijden met veelal een groot aantal slachtoffers tot gevolg. Voorbeelden daarvan zijn SARS, pokken, MKZ, vogelgriep en varkenspest. Actueel zijn bijvoorbeeld ook Cyberdreigingen. Inmiddels kent ook iedereen de kracht maar ook de risico’s van sociale media. Crisis- en rampenbestrijding zijn daarom erg actueel en vereisen een adequate en veelal proactieve aanpak. Het nationale stelsel van crisisbeheersing is aangepast en beter toegesneden op de nieuwe dreigingscenario’s. Ook de rol van defensie in de nationale veiligheid heeft daarbij een extra dimensie gekregen.

Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking

Sinds 2005 is door de toenmalige ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Justitie en Defensie de overeenkomst getekend over de intensivering van de civiel-militaire samenwerking bij nationale crises en rampen. In de afgelopen jaren hebben zich veel crises voorgedaan waarbij ondersteuning door de krijgsmacht aan politie, brandweer, geneeskundige sector en bestuurlijke kolom noodzakelijk bleek. De behoefte aan militaire capaciteiten is de afgelopen jaren verder toegenomen. Defensie heeft dan ook de inzet van haar middelen voor de nationale veiligheid als een van haar drie hoofdtaken gedefinieerd. De derde hoofdtaak luidt: “De ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp”. Deze ondersteuning wordt voortdurend in concrete maatregelen en afspraken uitgewerkt, geëvalueerd en vernieuwd. Daarbij komen aspecten als gezamenlijk opleiden en oefenen, het ter beschikking stellen van specialistisch materieel en personeel, gezamenlijke planvorming en structurele informatie-uitwisseling ter voorbereiding op en tijdens crises en rampen in beeld.

KVNRO

Naast de inzet van beroepspersoneel van Defensie is een van de vragen die zich daarbij aandient: “welke rol kan de reservist daarin spelen”? Kenmerkende eigenschap van deze personeelsleden is dat zij enerzijds actief zijn in de burgermaatschappij (veelal in posities waar zij te maken hebben met management) en anderzijds als militair nog regelmatig hun kennis en kunde kunnen aanwenden binnen de defensieorganisatie. Het is nu juist deze wisselwerking dat in het licht van het bovenstaande in de praktijk optimaal kan en moet worden benut. De KVNRO heeft zich grondig in de materie verdiept en is tot de conclusie gekomen dat zij hierin een belangrijke rol kan spelen. Deze conclusie werd versterkt door de taakstelling die Defensie voor het reservepersoneel in de reservistennota 2005 had omschreven. Met de komst van de reservistennota 2009 is de rol van reservisten in belang toegenomen. De reservist als deeltijd militair kan enerzijds een rol van betekenis spelen in rampen en crises (Nationale Operaties) en anderzijds worden ingezet voor "backfill" om de plaats van een uitgezonden beroepscollega tijdelijk te vervullen.

Meer informatie?